mager boontje 1.0
(weinig gebruikt)
iemand die mager is; mager persoon
Algemene voorbeelden
'Je bent nog zo jong, zo onwetend, een mager boontje, ik weet ook niet waarom ik met je praat.'
(weinig gebruikt)
'Je bent nog zo jong, zo onwetend, een mager boontje, ik weet ook niet waarom ik met je praat.'